Het Verenigd Koninkrijk is de belangrijkste exportmarkt voor de Belgische tapijtindustrie. Met de onzekere uitkomst van de Brexit staat de industrie voor een grote uitdaging, stelt werkgeversorganisatie Fedustria.
Ongeveer 21 % van de totale Belgische export van interieurtextiel is bestemd voor de Britse markt. Voor de tapijtindustrie is dat met 27 % zelfs veruit de belangrijkste afzetmarkt en met de onzekere gevolgen van de Brexit betekent dat ‘een uitdaging van de eerste orde’, aldus Fedustria, de beroepsorganisatie van de textiel-, hout- en meubelindustrie in België. De werkgeversorganisatie maakte de cijfers bekend tijdens de algemene ledenvergadering op 29 maart.
Daling Britse pond
Direct na het Brexit-referendum op 23 juni 2016 daalde het Britse pond met als gevolg dat de Belgische exportproducten direct duurder werden wat meteen leidde tot volumeverlies in het derde kwartaal. Het laatste kwartaal ging beter, maar voor de toekomst is de situatie ongewis en dat geldt voor de totale textielindustrie.
Ondanks de perikelen in Engeland is Fedustria positief over 2016 en dat geldt voor zowel de textiel- als hout- en meubelindustrie.
Nederlandse markt belangrijker
Voor de Belgen is Europa met een marktaandeel van 87% de grootste afzetmarkt voor textiel. Naast tapijt zijn dat onder meer vezels, garens, breigoed, veredeling en technisch textiel. Frankrijk is met 25,8% de belangrijkste exportmarkt, gevolgd door Duitsland en Nederland. Vooral de uitvoer naar Nederland steeg (+7,9%) waarmee ons land nu de derde plaats inneemt, voor Engeland dat als exportland een plaatsje zakte.