De eerste dag van de beurs in DeWoonindustrie laat een hoopvol beeld zien: fraaie inrichting, leuke producten, nieuwe exposanten en een positieve stemming. Alleen het bezoek, dat kan wel wat beter.
De twee jaar geleden voorgestelde metamorfose van het voormalige Home Trade Center in Nieuwegein nadert zijn voltooiing. Inmiddels omgedoopt tot De Woonindustrie, van binnen ontdaan van de glazen puien van de daar achter liggende showrooms, opgeschilderd en deels opnieuw ingericht met als meest aansprekende onderdeel het atrium, heeft het gebouw een ander gezicht dan voorheen. Gisteren ging de najaarsbeurs van start en de eerste dag geeft hoop voor de toekomst. Het fysieke beeld zag er goed uit, zowel wat betreft de inrichting als geheel als op exposanten- en productniveau, en het mentale beeld is heel anders dan een half jaar geleden. Toen twijfelden exposanten of zij nogmaals zouden deelnemen, nu is die twijfel verdwenen en hing er een behoorlijke positieve stemming op de beursvloer.
Herintrede slaapsegment
Inhoudelijk staat het centrum op het punt van verdere verbreding. Een twaalftal exposanten uit het slaapsegment was bescheiden aanwezig en het is de bedoeling dat onder de noemer Droomindustrie tijdens 
de volgende beurs in februari 2016 dit concept volledig zichtbaar zal zijn. Het concept houdt in: minder vloeroppervlak, fysieke openheid in de presentatie en per beurs voorzien van een specifiek thema dat vooral via beeldmateriaal op wanden zichtbaar zal zijn. ‘Ik denk dat het concept onderscheidend genoeg is om een kans van slagen te hebben’, aldus Mark van de Laarschot, directeur van deelnemer HML Bedding. Diverse nieuwkomers en terugkomers uit het beddensegment scharen zich onder het concept van De Droomindustrie.
Viva vintage
Bij de meubelen zijn de tafels groot en de bladen dik. Bij zitmeubelen wordt voortgeborduurd op modulaire elementen en een vaak wat losse stoffering met een grove stof. Er is een overheersende trend: vintage. Pure kopieën van voorheen, 
afgeleiden daarvan en ‘eigentijds vintage’; het aanbod is enorm. Het betekent vooral schuine geplaatste poten die, net als de leuningen, rond zijn. Bijzettafeltjes en poefjes zijn er in overvloed, de laatste categorie wordt ook aangeboden door karpetleveranciers als Perletta Carpets en Brinker Carpets. De laatste is aanwezig met een enorme stand; symbool voor de groei van het bedrijf en symbool van een productgroep die de laatste jaren wel is gegroeid. De patchwork karpetten zijn over hun hoogtepunt heen, maar (meubel) exposanten maken er nog veel gebruik van.
Commerciële modellen
Geel, groen en taupe zijn de modekleuren, maar zwart, grijs, beige en naturerellen worden gekocht. Het verschil tussen frisse kleuren en saaie kleuren en de daarmee samenhangende slechte en goede verkoop werd het duidelijkst verwoord door de Poolse fabrikant Meblomark met twee tegenover elkaar liggende stands. De een met wat afwijkende en kleurrijke modellen en de andere stand volgeplempt met dertien-in-een-dozijn modellen in zwart, grijs, beige en varianten daarvan. Verkoper Martin Adelmund bevestigt het contrast; de voorspelbare producten in nogal neutrale kleuren verkopen prima, de frisse en afwijkende modellen nauwelijks.
Grote lampen, industriële look
Die voorspelbaarheid geldt niet voor iedereen en wat dat betreft heeft De Woonindustrie wat te bieden voor de bezoeker. Hoewel er een paar lichtexposanten zijn vertrokken, biedt de beurs een aardig aanbod. Ztahl viel op 
met grote, opengewerkte ‘lampenkappen’ die vaak bestaan uit metalen lamellen en Expotrading viel op met prominent geplaatste Harley Davidson, centraal in de stand. Ook zie je dat ledverlichting nu in alle (prijs)segmenten is doorgedrongen wat leidt tot een gigantisch aanbod in armaturen. Een industriële look en groot formaat lampen doen het goed.
De beurs is nog vandaag en morgen geopend.