De Nederlandse meubelindustrie wil innoveren en zoekt daarvoor samenwerking met diverse partijen. Dat is noodzaak want ‘ondernemers die innovatie niet serieus nemen, zullen het steeds moeilijker krijgen’, aldus Marcel Horjus.
Horjus deed de uitspraak gisteren als voorzitter van de CBM, Branchevereniging voor interieurbouw en meubelindustrie. Deze hield gisteren in Rotterdam in het nieuwe gebouw van het Hout- en Meubileringscollege de algemene ledenvergadering en daar liet Horjus de leden weten dat de branche een ‘tandje moet bijschakelen’ vanwege de volgens hem razendsnelle ontwikkelingen in de meubelindustrie. Daarom heeft de CBM een manager Innovatie aangesteld en zal het thema innovatie de komende jaren een belangrijk onderdeel worden in de strategie van de brancheorganisatie.
Fieldlab Meubel
Een van de onderdelen hiervan is het starten van een ‘Fieldlab Meubel’. Dat is geen fysiek laboratorium, maar een soort overlegplatvorm en ‘ideeënbank’ om gezamenlijk te zoeken naar manieren om te (blijven) innoveren. Mensen die hierin willen participeren worden volgens Horjus niet alleen in eigen kring gezocht, maar ook daarbuiten. Hij verwijst daarbij nadrukkelijk naar de vakopleidingen zoals het Hout- en Meubileringscollege in Rotterdam en Amsterdam en de diverse ROC’s. Daarnaast kunnen ook bedrijven of overheden participeren in het Fieldlab Meubel.
Leden van de CBM tijdens rondleiding in het nieuwe Hout- en Meubileringscollege in Rotterdam.
Meer opdrachten
Het algemene beeld dat de voorzitter schetste was redelijk positief, mede als gevolg van de aantrekkende economie en specifiek de opleving in de huizenmarkt. Daarvan profiteren met name de leden die zich richten op de productie van woonmeubelen. Bij de interieurbouw, de CBM-afdeling met de meeste leden, wordt de orderportefeuille weliswaar steeds dikker, maar stellen opdrachtgevers steeds vaker ‘onmogelijke’ eisen, zo stelt Horjus. Het gaat daarbij om zaken als te krappe deadlines, te korte levertijden en verplichte voorfinanciering. Ook het wegzetten van aanvragen bij te veel ondernemers is lastig omdat daardoor de kans om een aanbesteding te winnen steeds moeilijker wordt.