De afgelopen week gehouden Meubelbeurs Brussel liet zien dat meubelfabrikanten weer durven te investeren en te ontwikkelen. Inhoudelijk was de beurs van goed niveau. De groei zit in de breedte en ook het internationale karakter neemt toe.
Het lijkt erop dat de zich langzaam herstellende economie zich laat doorvertalen in de meubelindustrie. Het beursbeeld van deze editie zag er beter uit dan afgelopen jaren. Geen spectaculaire innovatieve ontwikkelingen - daarvoor is Brussel niet het podium - maar veel kleine veranderingen die bij elkaar ervoor zorgden dat het beursbeeld optisch goed uit de verf kwam. Grote en lange tafels, veel hout en vooral veel retro kenmerkte de beurs. Met name het lifestyle segment groeit sterk en er was zelfs een Nederlandse ‘hoek’ met deelnemers met vertegenwoordigers uit dit segment, compleet met een terras voorzien van gratis catering. Vooral Nederlandse bezoekers maakten hier gebruik van.
Internationalisering
De Nederlandse inbreng van sowieso groot, zowel van bezoekers- als deelnemerszijde. Iets meer dan een derde van alle exposanten kwam uit België, iets minder dan een derde uit Nederland. ‘Daarmee wordt het steeds duidelijker dat Brussel ook voor Nederland een thuisbeurs is geworden’, aldus beursdirecteur Lieven van Heede. Hoe zich dat weerspiegelde in het aantal bezoekers, is nog niet bekend gemaakt. Een aantal exposanten vond het bezoek de eerste twee dagen wat tegenvallen, maar volgens de organisatie was de eerste dag dit jaar bete dan in 2014. In ieder geval is wel duidelijk dat zowel het aantal niet-Belgische exposanten als bezoekers relatief afneemt, wat betekent dat de beurs wat internationaler wordt. België en Nederland domineren, maar zeker ook exposanten uit andere landen weten de weg naar Brussel te vinden.
Diversiteit in presentatie
Dat alles vertaalt zich in een breed aanbod en zelfs het aanbod in het wat lagere segment (hal 9) blijkt kwalitatief te groeien. Tegelijkertijd lijkt er een soort tweedeling te ontstaan in het slaapsegment met aan de ene kant fraaie stands met al dan niet aangeklede bedden en slaapsystemen met allerlei functies en aan de andere kant aanbieders met stands die niet veel meer boden dan een rij witte matrassen zonder enige opsmuk. Ook bij de meubelen zie je grote verschillen in presentatie; stands waar gewoon de ‘kale’ meubelen zijn neergezet en stands waar meer werk is gemaakt van de aankleding. Vooral door de groei van het lifestyle segment, waar sprake is van overdadig gebruik van accessoires, valt het op hoe saai andere presentaties zijn.
Meebewegen met markt
Hoewel de naam meubelbeurs zal blijven (de beurs is het jaarlijkse platform voor de Belgische meubelindustrie om zichzelf te presenteren) wordt het aanbod met het jaar gevarieerder en waren er bijvoorbeeld dit jaar ook meer exposanten met verlichting. Directeur Van Heede spreekt van een evolutie die is ‘ingegeven door veranderingen in de markt.’ Misschien is dit wel het sterkste punt van de beurs; gewoon kunnen meebewegen met de markt en dat kunnen tonen.