Hoewel de prijsstijgingen licht afnemen stegen de prijzen van bestaande koopwoningen in mei met 18,8% ten opzichte van een jaar eerder. Dit blijkt uit cijfers van het CBS en Kadaster.
De prijsstijging van 18,8% lijkt te duiden op een trend; de huizenprijzen stijgen nog steeds met dubbele cijfers, maar sinds januari (toen een prijsstijging van 21,1%) wordt dat cijfer langzaam kleiner. In januari 2021 stegen de prijzen nog met 9,1% ten opzichte van en jaar eerder, daarna ging het vrijwel permanent omhoog tot in januari dit jaar. Het dieptepunt van de prijzen lag in juni 2013. Daarmee vergeleken waren de prijzen in mei ruim 98% hoger, een verdubbeling binnen negen jaar.
Kopers worden terughoudend
De licht afnemende prijsstijging heeft te maken met diverse factoren waarbij vooral de oplopende rente een rol speelt. Ook de inflatie en de onzekere situatie rond de oorlog in Oekraïne lijken effect te hebben waardoor huizenkopers terughoudender worden. De schaarste aan bouwmaterialen en de daardoor oplopende prijzen maken het minder aantrekkelijk om een huis te kopen waaraan behoorlijk wat verspijkerd moet worden. De vraagprijzen worden veelal nog steeds overboden, maar makelaars constateren een teruglopende interesse voor bezichtigingen.
Minder transacties
Het Kadaster registreerde in mei 15.749 woningtransacties, ruim 2% minder dan een jaar eerder. In de eerste vijf maanden van dit jaar werden 75.644 woningen verkocht, bijna 26% minder dan in dezelfde periode van 2021.