Seks verkoopt en hoe maak je nu een meubel sexy? Door een leuk model te ontwerpen waar je rode oortjes van krijgt. Leolux deed dat en wint er prompt een prijs mee.
De kop voor deze column is geïnspireerd door een persbericht van meubelfabrikant Leolux. Dat bericht kwam afgelopen vrijdag binnen met het verzoek om dat pas op zijn vroegst de maandag daarop te publiceren. Want op die dag, afgelopen maandag dus, ontving Leolux voor de bank Gynko een Reddot Award, een prestigieuze Duitse designprijs. Om precies te zijn een Reddot Award for design excellence, een van de categorieën waarin zo’n rode stip prijs wordt toegekend.
Rode stip
Leolux is met dat ontwerp een echte prijzenpakker want het bedrijf won voor dezelfde bank dit jaar al eerder de Interior Innovation Award. En wie weet, rolt er binnenkort nog wel een prijs uit. Dat gebeurt wel vaker en de prijzenkast van Leolux puilt inmiddels behoorlijk uit.
Hoe de jurering voor zo’n prijs tot stand komt, weet ik niet precies, maar het is vaak een sigaar uit eigen doos. Want hoe gaat dat? Je meldt je product aan bij een of andere commissie, stort geld op een rekening waarvan een select clubje dames en heren lekker uit eten gaat en ondertussen keuvelen zij wat over het aangeboden materiaal, in dit geval een zitmeubel. Mwah – leuk bankje, kekke pootjes, strak stofje, geinige rondingen en het zit vast wel lekker; dat gaan wij belonen. Hup, een rode stip erop en klaar.
Condooms testen
Het is bijna zoiets als de tests van de Consumentenbond. Je pakt als fabrikant je beste matras uit de collectie, stuurt hem op, maakt geld over om de zaak te laten testen en de jongens en meisjes van de Consumentenbond schrijven er een leuk stukkie over. Wel wat opgestuurd en niet betaald? Sorry, dat kunnen wij niet testen. Zo gaat het ook met koelkasten, fietsen, zitzakken, waterkokers, onderwatercamera’s en condooms. Hoe zij dat laatste precies testen, weet ik niet maar dat schijnt in een laboratorium te gebeuren. Weinig opwindend dus.
Opwindende introductie
Dat ligt bij de Gynko van Leolux wel anders. Dat is een bank met twee ‘oren’. Die oren kun je omhoog klappen zodat je er lekker tegenaan kunt leunen of je buigt ze omlaag ‘voor een opgeruimde aanblik’, aldus Leolux in het persbericht. Omhoog of omlaag, ‘het zit helemaal goed tussen de oren’, laat de meubelfabrikant weten. Het grappigste komt nog want bij het bericht zit een afbeelding van een rode bank, dus ook rode oortjes! Maar het wordt nog opwindender want tijdens de introductie van de bank, op de meubelbeurs in Keulen afgelopen januari, hing deze aan een schommel. En dat gaat begin april ook gebeuren tijdens de meubelbeurs in Milaan.
Rode oortjes
Tijdens de beurs in Keulen ving ik op dat sommigen dat schommelen leuk vonden, maar liever gingen wippen. Geen originele opmerking, maar je moet er toch even om grinniken. Reken maar dat met die hitsige Italianen die 
opmerkingen straks wederom zullen klinken. Waarom ook niet? Een beetje meer seks in meubelland kan geen kwaad. Jaren geleden hoorde ik een klaagzang van een fabrikant die vond dat ‘de branche’ niet sexy was en daarom weinig jongeren zou aantrekken. Of je dat met een grote tv-campagne met Katja Schuurman wel lukt, weet ik niet maar je zou het kunnen overwegen. Katja op de rode Leolux bank die dan aan het eind van de commercial met een vette knipoog iets leuks zegt ‘waar u vast rode oortjes van krijgt’. En dan zie je de oortjes van die bank even klapperen.
Wippen
Dus let op Leolux. Ik citeer uit het persbericht waarin het bedrijf verwijst naar de marktintroductie in Keulen. ‘De bank hing als een enorme schommel in de stand en trok zo van grote afstand bekijks. Tijdens de Salone del Mobile in Milaan volgende maand zal dat niet anders zijn. Ook daar speelt de bank een hoofdrol als blikvanger in de Leolux stand.’ Zo simpel is het dus: maak een schommel en dan denken bezoekers aan wippen. Dat scoort.
Daarom is de kop van deze column zo goed. U denkt: seks! en gaat lezen. Daarom bent u al tot hier gekomen. En ik heb mijn ei weer gelegd. Ziitend aan het bureau, op een gewone stoel. Zonder schommel. En zonder wipkip.
Aribert Guiking