Maison&Objet trok een kleine 71.000 bezoekers, 4,7% minder dan in september 2011. Het aantal Nederlandse bezoekers steeg juist met 4,8%. Afgaande op de cijfers laat de beurs zien waar de crisis wel of niet toeslaat.
Wat betreft de Europeanen was er een sterke toename van het aantal bezoekers uit Duitsland (+9,3%), gevolgd door Nederland (+4,8%) en Engeland (+2,0%). Italië (-10%) en Spanje (-20%) lieten deze editie juist een forse daling lieten zien.’Deze ontwikkeling toont een nieuwe balans die aangeeft hoe de Noord-Europese landen de crisis het hoofd bieden en die tegelijkertijd de huidige kwetsbaarheid van Zuid-Europa onderstreept’, aldus Etienne Cochet, CEO van de Maison&Objet. De internationale top 10 van bezoekers veranderde niet. België, Italië, Duitsland, Groot-Brittannië, Zwitserland, de Verenigde Staten, Nederland, Rusland, Japan en Spanje zijn de best vertegenwoordigde landen. 
Bonte mengeling
Op het gebied van verre export is er een aanzienlijke toename van het aantal professionals uit Rusland (+23%), evenals Azië en het Midden-Oosten, totaal goed voor 44% van het totale bezoekersaantal. Volgens de beursorganisatie is dit het bewijs dat Maison&Objet ‘wereldwijd hét referentiepunt is voor de woondecoratiebranche’.
De beurs geeft een bonte mengeling van (woon)decoratie, meubilair, stoffen, maar ook geurtjes en tuinmeubilair. Wat betreft stijl varieert dat van kitsch tot strak design en alles wat daar tussen zit.
Bezoekersgroep divers
Het gevolg is een zeer divers bezoek. Interieurarchitecten, inkopers van grote retailketens en hotels, winkeliers en designers weten de weg naar Parijs te vinden. Uit Nederland zijn er opvallend veel stylistes die de beurs bezoeken. Het bewust zoeken naar nieuwe doelgroepen is bewust beleid van de beursorganisatie.
