Door het vestigen van afhaalpunten tussen winkels kan de verkoop via internet het fysieke winkelgebied stimuleren. Dat concludeert het bureau DTNP na onderzoek.
Mede door de opkomst van online winkelen neemt de behoefte aan winkeloppervlak af. Daardoor ontstaat leegstand en komen er ‘gaten’ in winkelstraten. Maar afhaalpunten voor online bestelde goederen kunnen tegelijkertijd die leegstand tegengaan. Want als consumenten hun goederen op het afhaalpunt komen ophalen, kunnen zij besluiten om ook andere winkels binnen te lopen. Daardoor kunnen de afhaalpunten nieuwe publiekstrekkers worden voor centrumgebieden die kampen met afnemende bezoekersaantallen en structurele leegstand. Dat is een van de conclusies van adviesbureau Droogh Trommelen en Partners (DTNP) in een onderzoek naar de effecten van online shoppen op de behoefte aan winkeloppervlak.
Keuzes gemeenten
Volgens DTNP hoeft er voor zulke afhaalpunten in het detailhandelsbeleid niets geregeld te worden. Want deze zijn 'niet wezenlijk anders dan een gewone winkel en waar winkels mogen, mogen afhaalpunten. Waar winkels niet mogen, mogen afhaalpunten ook niet.' Het bureau vindt het van belang dat gemeenten keuzes gaan maken in de detailhandelsstructuur. Gemeenten moeten om de leefbaarheid te behouden in hun structuurvisie bepalen welke winkelgebieden kansrijk en welke kwetsbaar zijn. Voor die laatste categorie kunnen bijvoorbeeld strategieën worden bepaald voor alternatieve invullingen, zoals maatschappelijke functies of wonen.
Specifieke aandacht
Vooral winkels in bruin- en witgoed, sport, hobby, spel en media en mode hebben last van de internetverkopen. Volgens DTNP worden vooral hoofdwinkelgebieden, kleine winkelgebieden en grote kernverzorgde centra getroffen door de opkomst van het online shoppen. De beleidsmatige aandacht van overheden moet dan ook vooral op die gebieden gericht worden, adviseert het bureau.
Geïnteresseerd? Klik hier om het rapport ‘Van winkel tot afhaalpunt – Internetverkoop en ruimtelijk detailhandelsbeleid’ te downloaden.