Veel beurzen, groot en klein, worstelen met het gegeven dat bezoekers niet meer vanzelfsprekend naar hun evenement komen en dat er harder dan voorheen getrokken moet worden om exposanten binnen te halen. Ze organiseren lezingen, workshops, rondleidingen en verzinnen allerlei toeters en bellen om de kassa te laten rinkelen. Een speelsere invulling van de beursvloer is een variatie daarop. Die lange, rechte gangpaden- bah, weg ermee!
Dorpsplein
Eind augustus wordt in Frankfurt Tendence gehouden, een beurs met spullen om je huis te verfraaien (woonaccessoires) en spullen om te krijgen of weg te geven (cadeautjes). Daarmee worden ettelijke hallen gevuld. Als nieuwtje wordt op de komende editie in één hal een 'dorpsplein' gecreëerd waar omheen zich een tiental exposanten groepeert. Dit moet, zo hoopt de beursorganisatie, leiden tot ‘een uitwisseling van informatie en netwerken tussen kopers en exposanten.’
Beurs als stad
De beurs Intirio, komende januari in Gent, doet iets soortgelijks, maar dan voor de hele beurs en neemt de stad als uitgangspunt. ‘Intirio moet je ontdekken zoals je een stad ontdekt. Het beursplan wordt daarom opgebouwd zoals een historische stadskern: met smalle straatjes en steegjes, afgewisseld met pleintjes en heerlijke terrasjes en eettentjes’, zo laat de organisator nu al weten. Naast de slingerende paden op de beursvloer krijgen de deelnemers (aanbieders van interieurstoffen, bedtextiel, behang en vloerbedekking) een actieve rol. ‘De exposanten zijn als stedelingen. Ze behoren tot de Intirio community en nemen deel aan de activiteiten. Zo zullen ze kunnen meewerken aan het uitbouwen van de terrasjes en eethuisjes, waar de bezoekers genieten van een unieke lekkere hap terwijl ze geïnspireerd worden door het interieur.’
Dorp als uitgangspunt
Dorp of stad, blijkbaar is het een goed uitgangspunt voor een beurs nieuwe stijl. Al in 2010 startte de meubelbeurs IMM in Keulen met een nieuw concept, Pure Village, in een van de hallen. Dat resulteerde in grote en kleine stands waartussen de gangpaden meanderden waardoor je je ruimtelijk moeilijk kon oriënteren. Maar het publiek waardeerde het specifieke beursonderdeel. Dat kwam mede doordat het niet puur ging om meubelen, maar om kleine ruimtes die werden ingevuld met meubelen, verlichting, vloerbedekking, baden, behang en andere interieurproducten. Zo kreeg je compacte slaapkamers, badkamers, kantoortjes en andere smaakvol ingerichte ruimtes.
Pure Village bestaat nog steeds, mede omdat het goed doordacht is. De mix van producten, de verschillen in grootte van de stands en de - toch wel - gezelligheid dragen daartoe bij.
Inhoudsloos geblaat
Maar ik hou mijn hart vast als ik het gebla-bla hoor over beurzen die iets dorps of stedelijks willen na-apen en dat bij voorbaat larderen met opgeblazen, inhoudsloze pseudo-moderne prietpraat. De ene keer is dat het romantische plattelandsleven met de dorpspomp als centrum, de andere keer is dat het stedelijke stratenpatroon waarbij de bewoners er voor zorgen dat het urbane leven hip, hot en happening is.
It's very urban
Sommigen weten niet eens het verschil tussen stad en platteland, tussen urbaan en ruraal. Afgelopen januari sprak ik op de beurs Heimtextil een jonge vrouw op de stand van Architects Paper, een premium behangmerk voor de projectmarkt. De stand was deels ingericht met grote behangpanelen, deels met handgereedschappen, met als resultaat een kruising tussen een smederij en een timmermanswerkplaats. Ik vroeg haar naar de diepere gedachte achter deze bijzondere combinatie.
‘Yes, it’s very urban’, zei de vrouw.
Huh? ‘I think it’s more rural’, zei ik.
Ze keek mij aan of ze het in Keulen hoorde donderen. Terwijl we in Frankfurt waren.
Aribert Guiking