De meeste mensen houden niet van slecht weer, maar sommige bedrijven juist wel. Zo is het najaar en vooral een winter met veel sneeuw een zegen voor fabrikant Rinos uit Genemuiden. Het bedrijf maakt schoonloopmatten, een rare naam voor matten die juist vies worden. Je ‘loopt’ de rotzooi onder je schoenen de mat in en daarom wordt de omgeving - meestal een gebouw - lekker schoon. Nou ja, minder vies. Je let er normaal niet op, maar voor je een kantoor, ziekenhuis, school, museum of ander drukbezocht gebouw binnenloopt, ligt daar meestal zo’n schoonloopmat.
Zandabsorptiescore
Met de zomer in het vizier worden schoonloopmatten wat minder relevant, maar dat is schijn. Juist nu lanceert Rinos een drietal nieuwe schoonloopmatten. Om een goede onderbouwing te geven aan deze producten dook Rinos eerst de zandbak in en vervolgens het laboratorium. Er werd zand over de matten gekwakt, water ingegooid en gekeken wat er gebeurde. Wat er gebeurde vertelt Rinos niet, maar het resulteerde wel in een aantal indrukwekkende nieuwe termen.
Allereerst de ZAS, de Zand-absorptiescore. Deze geeft aan hoeveel zand een mat kan afschrapen, c.q. absorberen. Dat kan wel twee kilo per vierkante meter worden, zo berekende Rinos.
Reinigbaarheidsscore
Een tweede criterium om te kijken naar de functionaliteit van de mat is de Reinigbaarheidsscore, afgekort RS. De waarde van de RS geeft aan hoe effectief een mat kan worden gereinigd. Dat ligt tussen de 50% en 85%, de rest van het vuil blijft achter in de mat. Een derde criterium betreft de TVS, de Tapijtvervuilingsscore. Dat heeft te maken met het zand dat achterblijft in de mat na het stofzuigen. Want dat moet natuurlijk af en toe gebeuren. Je krijgt niet alles eruit en daar kun je dan weer een score aan hangen.
Spic en span
Tot slot leverde het onderzoek van Rinos nog een vierde belangrijk punt op, de Optische-prestatiescore, OPS. Een mat met veel ingelopen viezigheid ziet er meestal niet fris uit. Maar kun je een mat construeren die, ondanks een grote hoeveelheid schraapsel van schoenzolen, er toch nog best aardig uitziet? Rinos bedacht een schaal van 1 tot en met 5 waarbij 1 staat voor verzadigd met vuil (bah, wat vies) en 5 voor superschoon (oogt nog redelijk fris). En, u raadt het al, Rinos heeft een mat die komt tot een optische-prestatiescore van 4,5. Dus ondanks het aanwezige vuil ziet de mat er spic en span uit. Nou ja, bijna dus.
ZAS en OPS
Met deze door Rinos bedachte vier criteria kunnen architecten, projectinrichters en gebouwbeheerders kijken welke mat voor welk gebouw het meest geschikt is. Bij een basisschool zullen de leerlingen behoorlijk wat zand naar binnenslepen en bij een advocatenpraktijk zal het waarschijnlijk wel meevallen. In het onderwijs zal de ZAS (zand-absorptiescore, hoeveel zand kan de mat opnemen) een grote rol spelen, bij de advocaten zullen ze vooral baat hebben bij een hoge OPS (Optische-prestatiescore, er zit zooi in maar je ziet het niet). Er hoeft dus niets meer onder het tapijt worden geveegd. Deze ZAS en OPS zijn volgens Rinos de belangrijkste criteria, de andere twee klinken leuk maar doen een beetje voor spek en bonen mee.
Brandwerendheid
Bovenstaande geef ik als achtergrondinformatie voor de introductie van de eerder genoemde drie nieuwe matten. Die heten Gibson, Sahara en Sahara Wave. ‘De Gibson is de kampioen in zowel zand- als vochtopname’, jubelt het begeleidende persbericht en ‘de Sahara is de topper qua optische vuilverberging.’ Maar het belangrijkste komt nog: ‘Met de Bfl-s1 specificatie voldoet de Sahara aan de allerhoogste eisen op het gebied van brandwerendheid.’ De associatie valt direct: Sahara-zand-brand. Het zand dat achterblijft op entreematten in een gebouw zal niet meer te zien zijn en de mat kan niet in de fik vliegen.
Brandend Zand*) is voorgoed verleden tijd.
Aribert Guiking
*) Voor degenen bij wie geen lampje gaat branden; kijk hier op Wikipedia
Of luister: