Er zijn talloze ‘marktcijfers’ waarmee je als woonretailer wat zou kunnen doen. Maar doe het niet; je hebt er niks aan. Het zijn bijna altijd achteraf-cijfers en je moet juist vooruit.
Dit jaar begon lekker. Winkels in ‘woninginrichtingartikelen’ hadden in januari 3,0% meer omzet dan in januari vorig jaar, zo berekende het CBS. In februari ging het nog beter, voor bijna iedereen. Volgens het CBS stegen de consumentenbestedingen met 2,4% ten opzichte van een jaar eerder, de grootste stijging in vier jaar. Consumenten spendeerden vooral meer aan gas, kleding en woninginrichting, zo weet het CBS. Kijk, dat soort cijfers zijn hoopgevend. Maar nu, tegen het eind van april, wordt de toon van ’s lands cijferproductiebureau gematigder. Deze maand is namelijk het consumentenvertrouwen licht afgenomen in vergelijking met maart. Het vertrouwen daalde met twee punten en komt daarmee op nul. Consumenten oordelen met name minder positief over de economie.
Koopbereidheid
Ook de koopbereidheid neemt deze maand licht af, van min zeven naar min acht. De omstandigheden voor consumptie zijn volgens de Consumptieradar van het CBS in april echter beter dan in de voorgaande maand. Zo zijn de prijzen van koopwoningen hoger.
Toen ik dit las, raakte ik in verwarring. Het consumentenvertrouwen neemt af, evenals de koopbereidheid, maar de ‘omstandigheden voor consumptie’ zijn verbeterd en dat schijnt te komen doordat de prijzen van koopwoningen omhoog gingen. Dus nog eens recapituleren: de mensen hebben minder vertrouwen en willen ook minder kopen, maar de omstandigheden om lekker geld uit te geven zijn verbeterd vanwege de gestegen huizenprijzen. Dus op papier meer geld hebben (gestegen huizenprijs) betekent dus volgens het CBS ‘betere omstandigheden voor consumptie’. Blijkbaar denken de consumenten daar dus anders over.
Meten = weten = onzin
Ik heb nog wat andere cijfers van afgelopen maanden op een rijtje gezet en daaruit blijkt dat meten = weten onzin is. Zo lees ik op de site van Buildingbusiness.nl (‘voor woningprofessionals’) dat in februari de huizenverkoop fors is gestegen, zowel ten opzichte van januari als in vergelijking met februari vorig jaar. De site baseert zich hierbij op cijfers van het Kadaster.
Van recente datum (18 april) pluk ik een bericht van nieuwssite Nu.nl die stelt dat in maart de woningverkopen met 13,% stegen ten opzichte van februari. Ook deze cijfers - wederom van het Kadaster - laten dus een opgaande lijn zien. Hoewel, ‘afgezet tegen 2012 laat het eerste kwartaal van dit jaar een daling zien van 3,6%’, gaat het bericht verder. Ai, dus zo goed gaat het niet. Helemaal verwarrend wordt het als blijkt dat volgens de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) in het eerste kwartaal van dit jaar 6,4% minder woningen van eigenaar wisselden dan een jaar eerder.
Branchebarometer
Het verschil tussen de NVM-cijfers en die van het Kadaster is dat laatstgenoemde de transacties pas registreert op het moment dat de koopakte bij de notaris is verwerkt. De NVM registreert de verkoop doorgaans 2 tot 3 maanden eerder in de koopakte. Dit verschil wordt echter in de pers nogal verontachtzaamd en zeker het vergelijken van cijfers heeft weinig zin. Want wat moet je met het gegeven dat de eerste drie maanden van dit jaar voor het eerst sinds vijf jaar de winkelstraten 1,1% meer mensen trokken? Dat het IMF stelt dat de economische situatie in Nederland nog steeds slecht is omdat 25% van de huizen onder water staat? Leest u de maandelijkse omzetcijfersberichten van brancheorganisatie INretail? En vergelijkt u die met cijfers van de ‘branchebarometer’ van marktonderzoeksbureau Marktdata? Kun je er als woonretailer wat mee om te zien dat je afgelopen week, vorige maand of het laatste kwartaal beter/slechter/gelijk hebt gepresteerd ten opzichte van ‘de markt’?
Koningsdag
Ik kijk gewoon in mijn portemonnee en dan weet ik genoeg. Als je die portemonnee in breder perspectief trekt, weet je ongeveer hoe je toko er voor staat. Algemeen gesproken is dat voor de woonretail niet zo best. Maar u kunt de cijfers snel opkrikken. Maandag is het Koningsdag en worden particuliere zolders opgeruimd, dus waarom ook niet professionele showrooms? Klein spul, ouwe zooi, tot nu toe onverkoopbare producten: gooi het op de markt. Belastingtechnisch moet dat dan maar vallen onder waterschade of ‘onvindbaar’. Dat heeft niks te maken met witwassen, maar behoedt u voor zwartkijken. En bespaart boekhoudkundig gemiereneuk. Noem het voor mijn part marktwerking. U moet tenslotte zorgen voor uw eigen bed, bad en brood. Fijne Koningsdag!
Aribert Guiking