De koe verdwijnt uit de wei omdat boeren de beesten liever op stal houden. Leerlooier Hulshof speelt hier op in door steeds meer jonge stierenhuiden uit Nederland te gebruiken. De koe in de wei is daarom straks steeds vaker een stier.
De koe verdwijnt uit de weilanden, zo blijkt uit een onlangs verschenen rapport van het Landbouw-economisch instituut (LEI) van de Wageningen Universiteit. Boeren houden de koeien liever op stal dan in de wei want dat geeft minder gedoe en het is goedkoper. Dat eerste klopt, het tweede is een verkeerde vooronderstelling, zo stellen de Wageningse wetenschappers. Zijn het dan domme boeren, die agrariërs van Nederland? Nee, in heel Noordwest-Europa vermindert het aantal koeien in de wei omdat blijkbaar al die boeren denken dat het weiden minder oplevert dan het stallen.
Positieve associatie
Ik denk dat boeren die koeien moeten inwisselen voor stieren. De gemiddelde burger zal het verschil niet eens opmerken vanachter het autoraam. Dat is geen onbelangrijke constatering. De opstellers van het rapport waarschuwen namelijk dat de maatschappelijke acceptatie van de melkproductie kan lijden door het verdwijnen van die koeien. Burgers vinden het leuk om koeien in het landschap te zien. Sommigen kunnen de link leggen dat het witte spul uit het pak op tafel van de koe komt - een natuurproduct dus - en dat is een positieve associatie. Dat beeld gaat verdwijnen en ik zou zeggen: laat dan de stieren maar los.
Duitse huiden
Zij geven geen melk, maar wel een hoop vlees en met de huid kunnen leerlooierijen aan de slag om er meubelleer van te maken. Tot nu toe komen de stierenhuiden vooral uit Duitsland en nog wat andere Europese landen, maar nooit uit eigen land. Er is geen eenduidigheid over de reden hiervan. De een denkt dat wij ons hier vooral op de melkproductie richten en dus weinig stieren nodig hebben, de ander heeft het over ‘de goede huiden uit Zuid-Duitsland ’. (Die blijkbaar dus voldoen). Een bevriende boer die jarenlang zelf stieren opfokte voor het vlees denkt dat het te maken heeft met het prikkeldraad in Nederland. ‘In Duitsland en Oostenrijk zijn de weilanden groter en daar maken zij meer gebruik van schrikdraad. Daardoor krijg je minder beschadigingen in de huid.´
Damestasjes
Dat prikkeldraad moeten de boeren hier dus vervangen en dan kunnen ze losgaan met de stieren in de wei. Laat de koeien maar op stal en de stieren kunnen zorgen voor een permanente Gay Pride in de Hollandse weiden. De wandelende halffabrikaten voor bankstellen, schoenen en damestasjes zorgen dat het gras in de weilanden kort blijft. Dames worden door de ‘heren’ naar buiten gelokt en zij kunnen al in een vroeg stadium hun tasje uitzoeken. Zo, nu pakken wij de man met huid en haar!
Duurzame productie
Het lijkt mij een prima idee. De boeren houden hun meissies lekker op stal (wat zij zelf willen) en de Nederlandse leerindustrie is niet meer afhankelijk van het buitenland. De aanvoerroutes zijn kort, de huiden vers en de enige leerlooier van Nederland, Hulshof uit Lichtenvoorde, kan zich nog ‘groener’ profileren dan nu al mogelijk is. Het bedrijf is al jaren bezig om zo duurzaam mogelijk te produceren, maar de huiden moeten worden aangevoerd vanuit het buitenland.
Koe wordt stier
Toevalligerwijs is Hulshof een paar jaar geleden begonnen met stierenhuiden uit Nederland. Het bedrijf richtte zich van oudsher op de meubelindustrie en die wil grote huiden. Door nu ook te werken voor de lederwaren- en schoenenindustrie kan Hulshof gebruik maken van kleinere huiden. De huid van jonge stiertjes die hiervoor wordt gebruikt is minder beschadigd, soepel en uitstekend geschikt voor (dure) tassen en schoenen. Je zou kunnen zeggen dat de leerlooier indirect in het gat springt dat ontstaat doordat Nederlandse boeren de wei leeg laten door de koeien op stal te houden. Zo blijft dankzij een Nederlandse leerlooier het beeld van ‘de koe in de wei’ bestaan, al zijn die koetjes stieren.
Aribert Guiking