Gisteren was de eerste dag van de najaarsbeurs in De Woonindustrie, de nieuwe naam voor het voormalige Home Trade Center. Overwegend positieve geluiden op de beursvloer, maar voor conclusies is het nog te vroeg.
Hoewel het te boek staat als najaarsbeurs startte het driedaagse evenement in Nieuwegein onder een warme nazomerzon. Binnen was het lekker koel, mede dankzij een vernieuwde airco. Het centrum is grotendeels opnieuw aangekleed en gedeeltelijk anders ingevuld wat deels goed en deels nauwelijks zichtbaar is. De voorlopige balans na een dag is overwegend positief. Vooral standhouders op de designafdeling waren unaniem in hun oordeel; heel goed. De meeste van hen komen van de voormalige Toonkamer, waar de designmerken jarenlang aanwezig waren, maar wat langzamerhand doodbloedde. In het nieuwe onderkomen van De Woonindustrie vonden zij een warm welkom. Meerdere standhouders van deze afdeling hopen op uitbreiding door de komst van soortgenoten.
Beleving
Hoewel er intern behoorlijk is geschoven, staan toch de meeste ‘vaste’ standhouders op hun oude, vertrouwde plek. Dat zijn voornamelijk aanbieders van meubelen, de lichtexposanten als cluster op de tweede verdieping en her en der verspreid aanbieders van accessoires, karpetten en een enkele exposant met bedden, het segment wat vrijwel is verdwenen uit het centrum. Het verlies van Philips als exposant is een psychologische aderlating, maar dat staat tegenover dat ABB groots uitpakte. Deze aanbieder van schakelmateriaal liet op meerdere plekken zien dat het niet gaat om het geleverde product, maar om het effect daarvan. En nog duidelijker: om te zorgen voor meer beleving bij consumenten door het gebruik van hun ‘producten’.
Bezoekersgroepen
Voor vrijwel alle andere exposanten geldt nog altijd het aloude adagium: producten verkopen. Mooie banken, stoelen, tafels, lampen en accessoires zijn in ruime mate aanwezig in De Woonindustrie en wat dat betreft heeft de retailer/professional (de belangrijkste bezoekersgroep) daar een behoorlijk aanbod om uit te collectioneren. De grote vraag is wat de andere bezoekersgroep (de consument) van het centrum gaat vinden, want voor hen gaat een aantal malen per jaar het centrum open. Nog belangrijker is wat de consument - in de meest brede zin van het woord - gaat ‘doen’ als het om interieuraankopen gaat. Deze constatering werd door opvallend veel exposanten hardop geuit. Want dat is bij velen goed doorgedrongen; wij bepalen niet wat de consument gaat kopen, de consumenten gaat ons vertellen wat zíj willen.
Consument prikkelen
Beursdirecteur Annemarie Burger verwoordde dat gisterenavond in haar speech tijdens de feestelijke openingsavond als volgt: ‘Wij willen dé ontmoetingsplek worden voor de woonbranche. Onze kracht is de collectiviteit en wij hebben een droom; het grootste en mooiste b-to-b centrum worden waarin ‘de makers’ hun producten kunnen presenteren. Wij willen dat laten zien aan de consument en de eindgebruiker prikkelen. Hoe vaker de consument het verhaal hoort, hoe beter.’