Terugkijkend naar afgelopen jaar zie ik dat het begrip duurzaamheid een terugkerend thema is in veel berichten op deze site. Vooruitblikkend op het net begonnen jaar zal dat niet anders zijn. Volgende week beginnen in Duitsland de grote internationale beurzen en nu al is duidelijk dat duurzaamheid daar als een soort rode draad door de beursgangen zal lopen. Exposanten zullen komen met gordijnstof van gerecyclede petflessen, bedtextiel van 'organisch' katoen, pvc vloeren met natuurlijke weekmakers en meubelen van hout dat afkomstig is uit verantwoord beheerde bossen.
De lijmen met natuurlijke oorsprong, de wollen karpetten en dekbedden, de inkjetprinters die minder inkt gebruiken en de tafels die zijn afgewerkt met verven en lakken zonder gevaarlijke oplosmiddelen- ze zullen in ruime mate aanwezig zijn.
Ook zullen er bedrijven zijn die met grote borden of permanent draaiende filmpjes willen laten zien dat zij duurzaam bezig zijn; zoveel zonnepanelen op het dak, zoveel minder waterverbruik gerealiseerd of een eigen verbrandingsoven van houtsnippers. Besparende maatregelen die allemaal verkocht worden als 'duurzaam'.
Ik vermoed nauwelijks exposanten te vinden die laten weten bezig te zijn met het verminderen van de CO2 uitstoot, dat is veel te abstract. Reductie van stikstof zal helemaal niet aan de orde komen, dat is puur een Nederlandse kwestie. En PFAS? Dat kun je helemaal vergeten terwijl de afgelopen maanden in Nederland daardoor de halve economie dreigde vast te lopen.
Toch is er bij veel beursdeelnemers het besef dat het produceren zoals dat jaren ging niet meer van deze tijd is. Maar de stap naar besef en daadwerkelijk veranderen en handelen is lastig. De platte prijs is nog steeds een belangrijk verkoopargument en die gaat vrijwel nooit omlaag als je duurzaam produceert.
Jonge ontwerpers krijgen op beurzen vaak een podium om hun ideeën en producten te tonen voor een groot publiek. Bijna altijd zit in hun ontwerpen een directe of indirecte component die te maken heeft met duurzaamheid, hoe dan ook geformuleerd en geconcretiseerd. De producten zijn vaak commercieel niet interessant, moeilijk schaalbaar en peperduur als je er een prijskaartje aan zou hangen. Juist omdat de makers vanuit een totaal andere gedachte werken dan de traditionele bedrijven zijn het soms wel interessante ideeën die uitgewerkt zouden kunnen worden tot een wél economisch haalbaar product.
Die jonge ontwerpers zouden meer 'economisch' moeten gaan denken en gearriveerde producenten zouden meer hun oude productiemethoden moeten loslaten. Het fysieke en mentale gat tussen deze twee groepen blijft nu te vaak in de lucht hangen.
Beursorganisaties schrijven wedstrijden uit voor jonge ontwerpers binnen een bepaald thema, maar stellen verder weinig eisen. Ze pronken met met jong talent op hun beurzen, maar het is afwachten of er wat uitkomt wat opgepikt kan worden door bedrijven. Dat is best jammer en door bijvoorbeeld samenwerking in een voorstadium tussen ontwerper en bedrijf zouden daardoor alle partijen voordeel kunnen behalen.
Aribert Guiking