Beurzen zijn zwaar getroffen als gevolg van de coronacrisis. Grootschalige evenementen zijn vrijwel in alle landen verboden en het afstand houden van elkaar is op veel beurzen vrijwel onmogelijk. Verbrede gangpaden, speciale looproutes, extra in- en uitgangen zijn voor de hand liggende oplossingen, maar bij drukbezochte beurzen onvoldoende om te voldoen aan de door de overheid opgelegde richtlijnen. Een van de redenen waarom met name grote internationale beurzen afgelopen maanden zijn uitgesteld, doorgeschoven en afgelast.
Ook kleinere beurzen moesten het ontgelden en sommige zijn nu al afgeblazen terwijl het nog maanden duurt voordat ze zouden beginnen. Zo zijn Trendz en ShowUP beide van eind augustus verschoven naar een maand later.
Toch is er hoop. In Nederland zijn vakbeurzen losgekoppeld van het begrip 'grootschalig evenement' en dat geeft lucht. Er zijn protocollen opgesteld die invulling geven aan de door de overheid opgelegde restricties en vertaald naar de anderhalvemetersamenleving op beursniveau. In Duitsland, hét beurzenland bij uitstek, ligt het moeilijker want daar zijn de aantallen bezoekers het grootste probleem voor de beursorganisatoren. De in september te houden tuinbeurs Spoga in Keulen kan volgens de organisatie doorgaan omdat de 40.000 bezoekers, verdeeld over drie dagen, 230.000 vierkante meter beursoppervlakte tot hun beschikking hebben. Maar wat doe je op dezelfde locatie met de IMM in januari 2021 waar, inclusief pakweg 50.000 consumenten op de laatste twee dagen, zo'n 150.000 mensen op af komen? De beurs duurt wat langer en is in oppervlakte groter, maar hoe ga je die mensenstromen managen?
De Belgische beursorganisator Easyfairs denkt aan time slots. Bezoekers moeten zich van tevoren online aanmelden en krijgen een afgemeten tijd tot hun beschikking om zo bezoekersstromen te spreiden. Maar entrees, trappen, liften, toiletten, parkeerautomaten en horecagelegenheden blijven knelpunten.
Daarnaast geldt bij grote internationale beurzen dat exposanten en internationale bezoekers ergens moeten slapen en 's avonds moeilijk uit de voeten kunnen met een pizzabezorgservice. Bovendien zijn er per land reisrestricties. En wat als er vanwege een onverwachte uitbraak van het virus ineens een of meerdere landen toch weer even in lock down gaan?
Exposanten hebben hun eigen specifieke problemen. Misschien is 'hun' beurs al een keer verplaatst en grote kans dat zij inmiddels een behoorlijk omzetverlies hebben moeten incasseren. Met een kleinere stand kun je kosten besparen, maar limiteer je tegelijkertijd het mogelijk aantal bezoekers.
Maar elk nadeel heb zijn voordeel. Zo houdt De Woonindustrie in Nieuwegein in voor- en najaar een beurs. In de loop der jaren is deze steeds verder afgekalfd en dat is verergerd doordat het beursgebouw ook op maandagen is geopend en dat devalueert de beurs. Want waarom zou je er op dat specifieke tijdstip heengaan als het op andere dagen ook kan?
Maar zie wat er nu gebeurt. Wegens de 'intelligente lockdown' was het centrum wekenlang gesloten en ging het vorige week maandag weer open. Daar kwamen meer bezoekers op af dan gewoonlijk en dat lijkt zich op andere maandagen te herhalen. Grote kans dat de beurs in september niet zoveel bezoekers trekt, maar wat geeft dat? Het bespaart de organisatie kopzorgen en exposanten hebben meer tijd voor bezoekers dan wanneer het qua aantallen bezoekers een topbeurs zou worden.
Veel beursorganisaties schermen met grote aantallen bezoekers als 'bewijs' dat zij succesvol zijn. Maar juist de (grote) drukke beurzen zouden het de komende tijd wel eens heel lastig kunnen krijgen.
Aribert Guiking