kwartaal, koperHet afgelopen kwartaal zijn de huizenprijzen verder gestegen en nam tegelijkertijd het aanbod af. Overbieden op de vraagprijs is bijna normaal geworden en een deel van de kopers vertoont 'opjutgedrag'. Aan de andere kant haken veel potentiële kopers af omdat ze steeds misgrijpen.
Vooral in 2021 stegen de huizenprijzen enorm.
Uit de NVM-cijfers die vandaag bekend zijn gemaakt blijkt dat de huizenprijzen in het laatste kwartaal van 2021 opnieuw fors stegen. Dat is in lijn met de voorgaande kwartalen want in heel 2021 bleven de prijzen stijgen en komt het jaargemiddelde op een plus van 20,7%. In het vierde kwartaal bedroeg de gemiddelde transactieprijs 438.000 euro en voor een nieuwbouwwoning moest gemiddeld zelfs 466.000 euro worden neergeteld, een toename van 13,8% in een jaar tijd. Ruim 80% van alle woningen werd verkocht voor een prijs hoger dan de vraagprijs, gemiddeld 8,8% meer.
In 2021 nam het aantal verkochte woningen aanmerkelijk af.
Minder bezichtigingen
De gestegen prijzen houden geen gelijke tred met een gestegen aanbod of een gestegen verkoop. Integendeel, in voorgaande jaren verkochten NVM-makelaars zo'n 170.000 huizen per jaar, afgelopen jaar waren dat er nog maar 141.000. Hoewel nog steeds veel mensen op zoek zijn naar een huis, constateert de NVM dat het aantal bezichtigingen het laatste kwartaal flink is afgenomen.
Opjutgedrag: de laatste jaren wordt steeds vaker overboden op vraagprijs.
Opjutgedrag
Gijs van Wijgerden, directeur van Makelaarsland, herkent dit en denkt dat woningzoekenden er moe van worden dat ze steeds misgrijpen. Daarom lassen ze een rustpauze in en wachten ze even af hoe de woningmarkt zich ontwikkelt, zo denkt hij. Aan de andere kant ziet hij 'opjutgedrag' bij huizenzoekers die er in hun zoektocht juist een schepje bovenop doen. Ze doen een bod ver boven de vraagprijs en volgens Van Wijgerden komt het regelmatig voor dat er tussen het eerste en het tweede bod wel 50.000 euro zit.
Meer jongeren, minder beleggers
Uit cijfers van het Kadaster blijkt dat jongeren het afgelopen jaar wat actiever zijn geworden op de koopwoningmarkt. Ze kunnen niet de hoofdprijs betalen voor hun gedroomde onderkomen en nemen genoegen met een kleinere woning. Volgens de NVM zit grootste krapte rijtjeshuizen en is er sprake van een trek uit de Randstad naar goedkopere gebieden. Starters op de woningmarkt zijn goed voor meer dan de helft van de kopers en beleggers lijken terughoudender te zijn geworden. Mogelijk komt dat omdat zij iets meer belasting moeten betalen en mogelijk afhaken omdat de huizenprijzen te hoog worden om nog goed aan te kunnen verdienen.