Nederlandse consumenten kopen vaker producten in de fysieke winkel nadat ze zich online hebben georiënteerd dan andersom. Ofwel: er is meer sprake van webrooming dan van showrooming.
Veel winkeliers denken dat consumenten alleen nog maar naar stenen winkels gaan om online te kopen, maar dat valt best mee, zo concludeert ABN Amro naar aanleiding van een onderzoek onder 5500 consumenten. Het is zelfs zo dat consumenten vaker producten kopen in de fysieke winkel nadat ze zich online hebben georiënteerd dan andersom. Bij consumenten die zowel online als offline shoppen doet 3% aan showrooming, terwijl 28 procent aan webrooming doet.
Advies in winkel belangrijk
Showrooming valt dus wel mee. Bij showrooming gaan consumenten eerst naar de winkel om de producten te bekijken, waarna zij later via het web de producten bestellen. Het omgekeerde is webrooming waarbij eerst online wordt georiënteerd waarna in de fysieke winkel wordt gekocht. Bijna driekwart van de ondervraagden stelt niet zonder fysieke winkels te kunnen. Vooral het advies, het kunnen zien en voelen van het product, de lokaal aanwezige voorraad en het plezier bij offline winkelen spelen daarbij een rol.
Verzendkosten struikelblok
Gewone winkels zouden volgens de bank wel aandacht moeten besteden aan hun online aanwezigheid want dat is een belangrijke bron voor consumenten. Zo blijkt dat het aandeel consumenten dat alleen online zoekt in drie jaar is gestegen van 27% naar 38%. Online winkelen biedt volgens de Nederlandse consument vooral voordelen op het gebied van gemak, beschikbaarheid en transparantie. Ruim de helft van de ondervraagden zegt online te winkelen omwille van de prijs. De reden waarom consumenten webroomen (dus eerst het net afstruinen en dan naar de fysieke winkel gaan) is veelal omdat daardoor bespaard kan worden op verzendkosten.