De gisteren afgesloten Meubelbeurs Brussel is een toonbeeld van stabiliteit, zowel qua aanbod, aantal exposanten als bezoekers. Niet trendsettend, wel trendvolgend.
De officiële cijfers zijn er nog niet, maar de beurs (6 t/m 9 november) trok volgens veel exposanten minder publiek dan voorheen. Sommigen misten vaste klanten, anderen spraken over ‘de goede kwaliteit van het bezoek.’ Qua oppervlak bleef de beurs vrijwel gelijk met een gemiddeld grotere stand. Daarmee springt ‘Brussel’ uit de algemene tendens bij de meeste beurzen waar exposanten juist kiezen voor kleinere stands. Zowel qua bezoek als deelnemers was het licht internationaler, maar de beurs is toch vooral het uithangbord voor de Belgische meubelindustrie.
Esthetiek, functionaliteit en sfeer in een geheel bij Mobitec.
Handelsbeurs
Dat in ogenschouw nemend en wetend dat Frankrijk met 41,6% marktaandeel de belangrijkste exportmarkt is voor de Belgische meubelindustrie, is het lastig om de beurs vanuit Nederlands standpunt te interpreteren. Nederland loopt in veel trends voor op België en vanuit dat vertrekpunt oogt het aanbod op de beurs niet echt modern, deels zelfs gedateerd. De beurs profileert zich echter niet als innovatieplatform, maar als handelsbeurs en daarin vervult het een belangrijke functie. Ook voor Nederlanders die wederom prominent aanwezig waren, zowel in aanbod- als bezoekerszijde.
Zwart gelakt staal met eiken fineer bij Mintjens.
Gestage verschuiving
Meest opvallend aan de beurs was de algehele aankleding met veel fraaie stands. Bij de meubelen is sprake van een brede upgrading, te zien in materiaalgebruik en verbeterde functionaliteit. Of een sterke bedrijfsspecifieke modernisering zoals te zien bij Mintjens; tot voor een paar jaar geleden nog vrij traditioneel, maar nu fris en modern.
Uiteraard bulkte de beurs weer van de relaxfauteuils en daarin zie je vooral in de marketing de verbreding van de doelgroepen. Grijze dames en heren hebben plaatsgemaakt voor dertigers die zich via opgeblazen foto’s of grote schermen fris & fruitig in hun verstelbare zetel nestelen en dat graag laten zien.
Relaxen bij Himolla.
Verfijning
De meubelfabrikanten proberen zich te onderscheiden in esthetiek want langzamerhand kan iedereen de verscheidenheid in stoffen, kleuren, dessins, pootjes, zithoogte, zitdiepte, kleurafwerking van het hout leveren. Dus wordt alles wat mooier, net iets verfijnder en soepeler. Het segment Square, populair aangeduid als instapdesign, blijft klein maar het lijkt erop dat de daar zittende exposanten dat geen probleem vinden.
Functie van een boxspring volgens Norma, geschreven boven het bed.
‘Personaliseren’ matras
In het slaapsegment valt blijkbaar nog veel te winnen met het ‘personaliseren’ van het producten en dat gaat verder dan het aanbieden van matrassen met een x aantal zones of gebruik van soft, medium en firm schuim. Verstelbare bodems (o.a. Mahoton), losse schuimblokken met verschillende hardheden die van bovenaf (o.a. Veldeman) of van opzij (Ultima) in de matras worden gelegd of geschoven zijn mogelijkheden die diverse exposanten op de beurs lieten zien.
Daaraan voorafgaand wordt veelal een (fysiek) persoonlijk profiel opgemeten gevolgd door een ‘slaapprofiel’ (o.m. Kreamat, LS Bedding, Recor). Een tegenhanger van het ‘technisch slapen’ werd op de beurs niet getoond, maar wel genoemd: de one fits all matrassen die via internet door diverse partijen met veel marketinggeweld worden gepromoot.
Lifestyle bij By Boo.
Lifestyle
Ook het lifestyle segment was in Brussel duidelijk aanwezig, prominent vertegenwoordigd door een aantal Nederlandse bedrijven die zich gezamenlijk presenteerden. Hoewel de beurs het bezoek, ook uit Nederland, zag teruglopen, lijkt ‘Brussel’ haar aantrekkingskracht niet verloren te hebben.