Nederlandse vrouwen houden van een opgeruimd huis, willen het liefst een tuin, gooien moeilijk wat weg en willen een inrichting die (net) iets anders is dan de buren. Het zijn uitkomsten onder lezeressen van het blad vt wonen.
Uitgeverij Sanoma deed onderzoek naar woongeluk onder lezers (lees: lezeressen) van het blad vt wonen. Samengevat: geluk zit in kleine dingetjes die veelal heel persoonlijk zijn. Maar er zijn ook wat grote lijnen te destilleren uit het onderzoek dat 3.404 personen omvatte. Zo ziet 65% een huis met een tuin als ‘woongeluk’, gevolgd door een opgeruimd huis (63%) en medebewoners (61%).
Woonzondes
De fijnste plek is met afstand de woonkamer (76%), gevolgd door de keuken (11%) en andere ruimtes. In de woonkamer wordt graag ruimte gemaakt voor persoonlijke spullen, woonaccessoires en een vaas met bloemen, maar er is een groot probleem: waar laat je die spullen? Want de grootste ‘woonzonde’ (30%) is niks weg kunnen doen. Ook rommel verstoppen (24%) en rommel laten slingeren (15%) zien de respondenten als grote woonzondes. Niet voor niets antwoordt ruim driekwart gelukkiger te worden van ‘weinig spullen’ ten opzichte van ‘veel spullen’.
Ultiem geluk: net anders dan bij de buren
Ook worden de vrouwen gelukkiger van zelf dingen doen (in plaats van interieuradvies krijgen) en van het mixen van stijlen (in plaats van een stijl hanteren). Maar het echte woongeluk (liefst 98%) komt om de hoek kijken wanneer het interieur ‘net even anders’ is als bij de buren.