Volgens Willem-Alexander leven wij in een netwerk- en informatiesamenleving. Veel ondernemers in de woonbranche hebben dat nog niet begrepen.
‘Het is onmiskenbaar dat mensen in onze huidige netwerk- en informatiesamenleving mondiger en zelfstandiger zijn dan vroeger,’ meldde Willem-Alexander in zijn eerste Troonrede voordat hij op de proppen kwam met de participatiesamenleving. Maar daar wil ik het nu niet over hebben. Wel over de netwerk- en informatiesamenleving. Want of de participatiesamenleving nu wel of niet bestaat en wat die dan inhoudt, is nog volop discussie. Dat geldt niet voor de netwerk- en informatiesamenleving, die is alom tegenwoordig.
Veranderend beursbezoek
Afgelopen weken heb ik dat weer eens kunnen constateren op diverse beurzen. Vroeger gingen mensen daar heen voor (product)informatie, nu wordt het meer en meer een plaats waar netwerken minstens zo belangrijk is. Ik sprak diverse mensen die niet naar beurzen waren gegaan vanwege het getoonde aanbod, maar om relaties te ontmoeten. De beurs zelf was bijzaak. Raar? Nee hoor, veel wat als ‘nieuw’ wordt getoond op beurzen is al bekend bij klanten. Soms via een fysieke preview, vaak via een mail of een vertegenwoordiger die het nieuws reeds in de winkel liet zien op zijn laptop of tablet. Ziehier de netwerk- en informatiesamenleving in concrete vorm op microniveau.
Pseudo-noviteiten
Voor beursorganisatoren is dit misschien niet leuk om te ervaren, maar het is realiteit. Ik sprak zelfs iemand die klaagde dat er op een beurs geen wifi was. ‘Belachelijk toch, dat moet je toch hebben?’ Dit relativeert ook een beetje de hijgerigheid die sommige exposanten aan de dag leggen om te melden dat je vooral naar de beurs moet komen om hun ‘noviteiten’ te aanschouwen. Een rond pootje dat recht is geworden, een bed dat nu te completeren is met verschillende hoofdborden of een bank die nu ‘ook in leer’ verkrijgbaar is – is dat nu innovatie?
Geestelijke bloedarmoede
Het is overigens opvallend hoe vooral de dure designmerken steeds vaker uitkomen met een re-edition van een model uit de jaren zestig of zelfs uit de jaren dertig. Dat wordt dan verkocht onder het mom van retro of een andere weinigzeggende term en verhult geestelijke bloedarmoede; wij wisten even niks te verzinnen. Het kan ook zijn dat gebrek aan tijd of geld de oorzaak is om niets nieuws te ontwikkelen.
Oud is in
Eigenlijk is dat helemaal niet erg. Want waarom met iets nieuws komen als het eigenlijk niks nieuws is? Wat is er op tegen om als producent even een pas op de plaats te maken? Ik zag op de site van woonwinkelier Ammarens uit Assen een aantal foto’s van de beurs Home & Interior in Nieuwegein, krap een week geleden. Leuk, attent en je geeft via de site aan je bezoekers aan dat je bij de tijd bent. Meteen onder die ‘nieuwe trends’ staat in vette letters: ‘Onze best verkochte bank in een nieuwe uitvoering is binnen!’ En als toelichting: ‘De basic bank van Ire Möbel is al meer dan 15 jaar onze best verkochte bank…….In een geheel nieuw jasje krijgt onze favoriet weer een nieuwe uitstraling!’
Participeren
Dat vind ik leuk om te zien. Als winkelier toon je dat je op de hoogte bent van de nieuwste ontwikkelingen en tegelijkertijd schroom je niet om te zeggen dat een oud model nog steeds goed verkoopt. Ammarens houdt de site actueel en dat kan je van veel, heel veel, ondernemers in de woonbranche niet zeggen. Vrijwel iedere fabrikant, groothandel of winkelier heeft een site, maar bijhouden: ho maar. Op de site staat dat ‘altijd de meest actuele collecties’ aanwezig zijn, maar het laatste nieuwsbericht is meer dan een jaar oud. Foto’s van jaren geleden sieren de site en de nieuwe huisstijl is nog steeds niet doorgevoerd. Nee, wat dat betreft weten veel ondernemers nog niet hoe zij moeten participeren in de netwerk- en informatiesamenleving. Misschien bij de volgende Troonrede?
Aribert Guiking