Volgende week begint in Keulen de Internationale Möbelmesse, de IMM. Naast hallen vol meubelen zijn er talloze lezingen, paneldiscussies en kleine, aparte tentoonstellinkjes. Zo is er een Sonderschau getiteld Smart Village waarin vier woonsituaties worden nagebootst die te maken hebben met een smart home. In zo'n smart home zitten producten die zogenaamd 'slim' zijn, denk aan verwarming, verlichting, koelkast, deursloten en voor buiten een robotgrasmaaier. Al die apparaten zijn met internet verbonden en kunnen veelal op afstand worden bediend wat mensen handig en prettig zouden vinden.
Zóuden vinden, want uit onderzoek blijkt dat de meeste Duitsers helemaal niet zo geïnteresseerd zijn in dat soort apparaten. Verwarming en verlichting die 'zichzelf' regelen kunnen zorgen voor energiebesparing en sensoren die ongenode gasten detecteren waardoor bijvoorbeeld het licht aanspringt of een alarmsignaal afgaat, vinden Duitsers nog wel aardig. Maar verder? Veel mensen vinden het dure apparaten en omdat je alles wat via internet is verbonden kunt hacken, worden veel Duitsers nog huiveriger.
Tegelijkertijd ziet de industrie enorme kansen want door Vernetzung kun je er voor zorgen dat grote gebouwen veel energiezuiniger worden, kun je via zonnepanelen stroom opwekken en dat direct leveren aan een ander en wat te denken van de opkomst van de elektrische auto?
De vergezichten zijn enorm, de realiteit nogal benepen. De afgelopen jaren reed er in Berlijn onder de vele taxi's slechts 1 Tesla en de chauffeur is recentelijk gestopt vanwege het gebrek aan laadpalen. Uber heeft aangekondigd dit jaar Berlijn met enige tientallen elektrische auto's te gaan verblijden met - heel slim - exemplaren van VW. Dat een Amerikaans bedrijf dat doet is veelzeggend: de Duitse auto-industrie heeft jarenlang ingezet op het 'schoner' maken van verbrandingsmotoren en met sjoemelsoftware bleek dat te kunnen.
Ik verwacht op de IMM een elektrische auto van Duitse makelij die geparkeerd staat naast de smart homes en dat is potsierlijk. In slechts vijf (!) Duitse steden rijden elektrische taxi's, meestal een handjevol. Eind mei 2019 reden er in Amsterdam alleen al op Schiphol tientallen Tesla's. Op dat moment waren er in Nederland meer dan 40.000 laadpalen en een half jaar later (afgelopen november) stond de teller bij onze oosterburen op 21.000. Nu is Nederland een buitenbeentje (alleen in de VS en China staan meer laadpalen), maar het geeft aan dat de infrastructuur in Duitsland hopeloos achterloopt bij de ambities van overheid en industrie.
Duitse machines zijn wereldwijd gevraagd en staan synoniem voor kwaliteit en dat geldt ook voor de hightech auto's , maar wat betreft de digitalisering is Duitsland een ontwikkelingsland. De overheid en heel veel bedrijven gebruiken nog steeds een fax want dat vinden zij veiliger dan e-mail. Contactloos betalen is bij veel retailers onmogelijk.
Nederlandse bedrijven kunnen meepraten over die achterlijkheid. Zo sprak ik vorig jaar een Nederlands bedrijf dat als exposant op de Messe Frankfurt stond. Hij wilde op de beurs voor zijn gasten wat broodjes halen bij de catering. Betalen met een creditcard bleek onmogelijk.
Geen idee hoe dat nu zit in Keulen, maar een ieder zij gewaarschuwd. Nog een tip: de D-Mark is sinds de invoering van de euro geen wettig betaalmiddel meer, maar je kunt ze voor onbepaalde tijd nog inwisselen, zo is indertijd afgesproken. Dus wie nog wat thuis heeft liggen, grijp je kans. Dat zal dan wel bij een bank moeten gebeuren en het lijkt mij handig om dat van tevoren even te checken. Bijvoorbeeld door een fax te sturen.
Aribert Guiking