Zaterdag begint de Dutch Design Week (DDW). Als je geïnteresseerd bent in aparte spulletjes, wilt weten hoe deze worden gemaakt en bereid bent te luisteren naar een hoop flauwekul, dan moet je zeker naar Eindhoven gaan. Want het gaat steeds meer om de verhalen achter de producten. Voordat het woord storytelling gemeengoed werd, wisten deelnemers aan de DDW wat belangrijk is: een verhaal vertellen. Het zijn echter vaak lulverhalen en soms gewoon lullige verhaaltjes. Deels komt dat omdat studenten op de Design Academy aldaar - waarvan een aantal ‘doorstroomt’ maar de DDW - leren ‘conceptueel te denken’, dus moet er een verhaal verzonnen worden om het eigen product wat meer body te geven.
Verbinden als toverwoord
Duurzaamheid is een belangrijk thema tijdens de DDW, maar ook digitalisering, technologie, eco design en bio design zijn weerkerende begrippen. Daarbij is het woord verbinden een van de toverwoorden. Dat kun je letterlijk nemen door te denken aan 3D geprinte verbindingsstukken om tafelpoten aan het blad te hechten, maar het geldt vooral in figuurlijke zin. Denk daarbij aan het verbinden van natuur en techniek of een crossover tussen kunst en wetenschap met design als lijm. Of een verbinding tussen boeren, natuur en designers waarbij de uitkomst niet per se een product hoeft te zijn – het kan ook een tentoonstelling of gewoon een idee zijn. Of de aanzet tot (verder) nadenken.
Speculatief design
De NRC schreef er vorige week over en noemde het ‘speculatief design’ of ‘design fiction’, een nieuwe ontwerprichting op het snijvlak van wetenschap, technologie, design en kunst die fictieve producten gebruikt om gedachtenvorming en discussie uit te lokken. Dat design fiction is een van de speerpunten van de komende Dutch Design Week in Eindhoven, dus wees voorbereid.
Kleinschalig en ambachtelijk
Zeker ook aanwezig zal zijn het begrip kleinschaligheid, net als ambacht en handmatig produceren. Jonge designers houden niet van massaproductie of massaconsumptie. Daardoor ontwerpen zij vaak producten die nooit op de markt zullen komen omdat deze te complex en daardoor te duur zijn om te produceren. Toch worden ze wel eens opgemerkt door fabrikanten en wordt er met een productietechnisch en commercieel oog naar gekeken waardoor sommige ontwerpen wel verder komen dan een prototype, al dan niet met een verhaal. Of misschien wordt een idee wel een concreet, mooi en handig product.
Lekker prutsen
Daarom moeten die jonge honden doorgaan om met onbevangen blik spullen te ontwerpen. Daarom moeten alle mensen die zich beroepsmatig met interieurinrichting bezig houden naar de Dutch Design Week om een frisse kop te halen. En wie nog wat verder terugkijkt in de tijd, moet ook even kijken wat kinderen tijdens die week kunnen doen; gewoon lekker prutsen. Da’s ook wat waard.
Aribert Guiking