Vorige week werd de Meubelbeurs Brussel gehouden en daar ontbraken een aantal 'vaste' exposanten. Ook liep het bezoek wat terug. Opvallend, want de beurs was – ook in de voorbije crisisjaren - een toonbeeld van stabiliteit. Vooral Belgische bezoekers bleven weg en als oorzaak wordt verwezen naar de al sinds vorig jaar teruglopende omzet van de Belgische meubelindustrie, de toeleverancier van de meubelretail. Als de producent minder verkoopt, komt dat omdat zijn klant, de winkelier, minder koopt omdat hij aan de consument minder verkoopt. Zo simpel ligt dat.
Ook bij de oosterburen gaat het minder en het is deze week redelijk groot nieuws: de Duitse economie is in het derde kwartaal gekrompen. Oké, het is een krimp van 0,2% ten opzichte van het tweede kwartaal en vergeleken met vorig jaar is er nog sprake van groei, maar die is met 1,1% het laagst sinds 2014. Toen was het in Nederland nogal volop crisis, maar in Duitsland liep het economisch best aardig. Ook de Belgen hobbelden lekker door en in Nederland werd het eigenlijk pas in 2015 wat beter. Het lijkt erop dat de weerslag van de crisis nu pas in België en Duitsland neerdaalt terwijl Nederland al een tijdje uitstekend presteert.
Die lastige jaren hadden tot gevolg dat Nederlandse bedrijven naar buitenlandse vakbeurzen stapten omdat zij in eigen land nauwelijks meer uit de voeten konden. Het is ook een uitvloeisel van de historisch gegroeide Hollandse koopmansgeest om spullen te kopen er ergens anders weer te verkopen. Maar een Europese crisis- daar hadden zelfs Nederlanders last van. Dat waren externe economische factoren waar weinig tegen te doen viel.
Het gaat nu beduidend beter en zijn het meer branchespecifieke zaken die voor tegenwind zorgen. Denk aan toenemende concentratie in de Duitse meubelindustrie en -handel wat leidt tot extreme prijsdruk met als gevolg faillissementen en een een nog grotere vlucht naar Oost-Europese landen waar nog goedkoper kan worden geproduceerd. Denk ook aan de terughoudendheid van Belgische consumenten om nieuwe meubels aan te schaffen van eigen fabrikaat.
Een Nederlandse exposant op de Meubelbeurs Brussel gaf een eigen interpretatie aan het tegenvallende bezoek op de beurs. 'Instagram maakt alles kapot', was zijn conclusie.
'Allemaal mooie plaatjes, die moet je snel plaatsen, je moet iedere keer prikkelen, dus permanente innovatie', was zijn staccato-analyse. En het vervolg: die innovatie kost tijd en geld dus blijft er weinig over om te verdienen. 'Ik heb hier twintig bedden staan, volgend jaar moet er wat anders staan.'
Ook ijverige vertegenwoordigers hadden schuld aan het geringe bezoek. 'Ze sturen te vaak informatie en dealers zijn goed geïnformeerd. Waarom zouden ze nog naar de beurs gaan?
Wij sturen iedere week een nieuwsbrief.'
Maar daardoor doet u daar toch zelf ook aan mee, aan die informatiestroom', merkte ik op.
Toen was het even stil.
Hij wenste mij een goede dag en succes op de beurs.
Aribert Guiking