Iedere folder van woonwinkel of bouwmarkt barst momenteel met aanbiedingen van verlichting. Logisch, want we zitten in het donkere jaargetijde dus heeft iedereen behoefte aan wat extra licht. Wie als consument een nieuw armatuur aanschaft, online of offline, zal hier vrijwel altijd ledverlichting als lichtbron bijkrijgen. Want led zou de standaard moeten zijn.
Het zóu, naar het ís niet zo. Als je kijkt naar wat er in de consumentenmarkt momenteel gebeurt dan is het beeld totaal anders. Kooldraadlampen zijn niet aan te slepen en het gezellige peertje is prominent aanwezig in menig interieur. De lampen worden gloeiend heet en geven dus veel warmte af. Dat is niet wat ‘Europa’ wil. Het idee was juist om die energieverspilling tegen te gaan en daarom werd vanaf 2009 de gloeilamp langzaam in de ban gedaan.
Hoewel de kooldraadlamp sinds 2012 officieel is verboden, is deze nog volop verkrijgbaar door mazen in de wet waar leveranciers massaal doorheen glippen. Sinds begin dit jaar is de import nu echt gestopt, maar er zijn nog pakhuizen vol. Dat geldt overigens ook voor de traditionele gloeilampen die nog steeds verkrijgbaar zijn.
Philips, groot geworden met de verkoop van gloeilampen, was een belangrijke aanjager om deze uit de markt te stoten. De multinational lobbyde zich een ongeluk in Brussel en drukte begin deze eeuw de komst van ledverlichting er doorheen. Tegelijkertijd kocht Philips bedrijven van verlichtingsarmaturen want ledverlichting zou gaan zorgen voor andere vormgeving vanwege de geringe omvang van de lichtbronnen, de ledjes.
Het tegendeel gebeurde. Er kwam verlichting met ledjes als lichtbron, maar verpakt als gloeilamp. Mensen behielden hun oude armatuur en schroefden er een ‘led-gloeilamp’ in. De nu populaire kooldraadlamp, het principe stamt uit 1879, wordt ook gewoon handmatig ingeschroefd. Het zijn geen echte kooldraadlampen, maar nepperds hoewel de vorm blijft geënt op de gloeilamp. Zoals zoveel lampen. Begrijpelijk want je gaat toch niet die kroonluchter van je opa en oma weggooien? Bovendien is vintage dé trend, ook bij lampen.
Er is geen grote omschakeling gekomen van ‘oude’ naar nieuwe armaturen. Dat geldt hooguit voor de goedkope meuk uit de bouwmarkt of dure projectverlichting. De consument is gehecht aan het vertrouwde peertje en veel ontwerpers van verlichting gaan hierin mee. Bij moderne ontwerpen is het armatuur veelal gebaseerd op de aanwezigheid van een ouderwetse ‘gloeilamp’. Soms zijn de peertjes uitgegroeid tot peren van XXL-formaat. Van binnen gevuld met ledjes, maar de oervorm is traditioneel. Nu kerst nadert zie je zelfs ledverlichting in de vorm van kaarsjes met flikkerende vlam.
De vraag is nu: hebben ze bij Philips het verkeerde licht gezien? De overname van armaturenfabrikanten bleek een miskoop en het avontuur om armaturen en lichtbronnen als een geheel te verkopen werd een fiasco. Het concern besloot om zelf het licht uit te doen. In 2014 volgde de aankondiging de lichtdivisie te willen verkopen. Dat mislukte want de prijs was te hoog. Dus werd het dit jaar (deels) naar de beurs gebracht. De koers is vrij stabiel als een waakvlam. Maar de strategie van de oude gloeilampenfabriek lijkt achteraf een bijzonder exemplaar; een mispeer.
Aribert Guiking