Nog een dikke week en dan is het jaar weer voorbij. Puur reflecterend op de woonbranche kan ik geen hoogte- of dieptepunten vinden die er uitspringen. Breder gekeken is het consumentenvertrouwen toegenomen, is de huizenmarkt weer in beweging en volgens cijfers van het CBS én van brancheorganisatie INretail stijgen de omzetten bij de retail. Leuk, maar als je jarenlang hebt moeten inleveren, is een omzetstijging een stapje uit een heel diep dal. Bovendien dalen de prijzen waardoor de winstmarges nog dunner worden. Dat gevoegd bij een uitgemergelde retail zorgt er voor dat van daaruit nog weinig jubelklanken zijn te horen. Het deze week omvallen van Macintosh en het vrijwel zekere einde van V&D is zelfs een regelrechte treurmars.
Meer omzet met minder klanten
Wel is duidelijk zichtbaar dat zowel leveranciers als winkeliers duidelijker voor elkaar kiezen. Woonretailers hebben niet altijd meer 35 leveranciers van meubelen, 15 leveranciers van vloerbedekking en een dubbel dozijn bedrijven die gordijn- en meubelstoffen aanleveren. ‘Meer omzet met minder klanten’ zeiden de leveranciers al jaren geleden en de crisis heeft hen daarbij een handje geholpen. Soms een beetje teveel want tegelijkertijd - en dat lijkt tegenstrijdig - hebben veel fabrikanten en leveranciers hun assortiment verbreed. Naast zitmeubelen ook tafels leveren, karpetten erbij nemen of naast de bestaande collectie iets ontwikkelen voor een hoger of juist lager segment. Want omzethonger hebben ze allemaal. Hoewel het wordt verkocht onder het motto ‘de markt vraagt erom’. Hetzelfde geldt voor het langzaam in elkaar schuiven van de project- en consumentenmarkt.
Toekomstscenario
Deze ontwikkelingen zijn niet specifiek voor dit jaar, maar zijn wel toegenomen en duidelijker aanwezig. De waarschijnlijk grootste sluipende verandering van dit jaar is de online handel. Vooral leveranciers lopen er niet mee te koop want ze willen de relatie met de klanten, retailers met een winkel, niet beschadigen. Maar wie het internet afstruint en goed oplet, ziet dat er veel handel ‘weglekt’ via webshops. De woonretail loopt hierbij achter op onder meer de retail in kleding, schoenen en consumentenelektronica en je hoeft maar te de denken aan de problemen bij de Etam Groep, Dixons, Paradigit, MyComm en Macintosh en er ontrolt zich een mogelijk toekomstscenario voor veel woonwinkels. Punt is dat de genoemde namen horen bij een keten en in de woonretail zitten relatief veel zelfstandigen. Als die omvallen, krijgt dat weinig aandacht.
Groei webwinkels
Er zijn geen overall harde cijfers, maar uit gesprekken met online aanbieders blijkt dat een bank van een paar duizend euro of een karpet van meer dan duizend euro probleemloos via internet wordt besteld. Ook matrassen gaan massaal als warme broodjes over de digitale toonbank, alle verhalen over noodzakelijk persoonlijk advies ten spijt. Pure online spelers als Wehkamp, Fonq, Bol.com en Flinders groeien als kool, evenals de Duitse reuzen Westwing en Home24. In Engeland is de online retail nog een stuk verder ontwikkeld en je kunt er van uitgaan dat Nederland gaat volgen. Voor 2016 voorspel ik een sterke toename van online verkoop van vrijwel alle woongerelateerde producten: meubels, bedden, verlichting, specifieke soorten vloerbedekking en uiteraard accessoires.
Afspraken maken
Een sterk punt van winkels kán zijn de aanwezigheid van de fysieke producten, al dan niet in combinatie met schermen voor digitaal inrichten en andere digitaal beschikbare informatie. Leveranciers zullen aarzelend of zonder dralen via het web gaan leveren en dat zal tot wrijving gaan leiden tussen hen en de winkelier. Duidelijke afspraken over hun rol in keten zal noodzakelijker worden. Dat wordt volgens mij de duidelijkste ontwikkeling in 2016: afspraken maken. Ik heb deze vast genoteerd.
Aribert Guiking