De meeste Nederlandse najaarsbeurzen zitten erop en wat kunnen wij hieruit concluderen? Dat in de meeste gevallen (maar niet altijd) de beursorganisaties en exposanten spreken over 'goed bezoek' en dat retailers – de belangrijkste doelgroep voor vrijwel alle beurzen – weer durven te investeren hoewel dat nog met enige voorzichtigheid gebeurt.
Met 'goed bezoek' wordt meestal de kwantiteit bedoeld en als die is gestegen, is dat voor de beursorganisatoren hét bewijs dat het een topbeurs was. Exposanten hebben nog een tweede definitie voor 'goed bezoek' en dan gaat het om de kwaliteit. En eigenlijk om het effect: hoeveel orders kwamen en komen hier uit? Gezien de algehele teneur in de woonbranche – het gaat veel beter dan gedacht – slaat ook hier de wijzer uit richting positivisme. Veel winkeliers zien hun omzetten al maanden, zo niet kwartalen en jaren achtereen, toenemen en hebben vertrouwen in de toekomst. Maar de beurzen zelf, hoe reageren die op het milde hosannageluid?
Absolute uitschieter is de deze week gehouden beurs InCoDa. Die is de afgelopen jaren vooral in de breedte sterk gegroeid en biedt nu een volwaardig aanbod voor de woninginrichter. Van klein beursje puur gericht op (harde) vloeren waarbij mannen in werkkleding de beursvloer domineerden is, het verworden tot een beurs met alles voor de stoffering van het huis waar relatief veel vrouwen rondlopen. Dat laatste geldt in extreme mate voor buitenbeentje ShowUP dat als 'accessoirebeurs' en feelgoodevenement bijna alleen vrouwen trekt.
De beurs is Beusichem heeft het niet makkelijk, maar lijkt te stabiliseren. Het daar in de buurt gevestigde ETC heeft zijn eigen plaats verworven in het wat hogere segment waar exposanten vooral de projectmarkt bedienen en waar consumenten relatief makkelijk toegang hebben. De Woonindustrie in Nieuwegein is de grootste en meest centraal gelegen beurslocatie en de laatste najaarsbeurs oogde prima. Het bezoekersaantal leek hoog, maar het centrum heeft een probleem dat het ook buiten de beurstijden open is. Daarmee is de reden om naar de beurs te gaan minder urgent wat nog eens wordt verstevigd door dat tweemaal per jaar te doen.
Daardoor blijft het slaapsegment aldaar van geringe omvang. Als elders tegelijkertijd twee kleine beursjes worden gehouden (Hollandsch Slapen en Vakbeurs Slapen) en deze vrijwel naast elkaar staan, wordt het voor bezoekers aantrekkelijker om hierheen te gaan dan naar De Woonindustrie in Nieuwegein. Het feit dat hier tijdens de najaarsbeurs wat designaanbieders zich apart presenteerden (Dutch Design Dock) en daarna de 'accessoirebeurs' Spotlight volgde, maken de versplintering op plaatselijk niveau duidelijk, laat staan hoe dat landelijk uitpakt.
Kijkend naar onze zuiderburen zou je kunnen denken dat ze het daar beter aanpakken. De Meubelbeurs Brussel, steevast in november, is al jaren een baken van stabiliteit wat betreft exposanten en bezoekers. Ik vrees echter dat er dit jaar een kentering komt die niet positief uitpakt. Daarnaast is Intirio in Gent een belangrijke beurs voor 'de interieurprofessional', lees: woninginrichter.
Helaas, de beurs is in korte tijd achteruit gekacheld en de organisatie zal alle zeilen moeten bijzetten om er iets moois van te kunnen maken want het is zeker geen gelopen koers. Opmerkelijk: zoals Intirio in korte tijd afzakte, zo sterk ging InCoDa omhoog. Nog opmerkelijker: beide beurzen vallen onder dezelfde organisatie.
Het lijken wel beurskoersen.
Aribert Guiking