Volgens een test van de Stiftung Warentest zijn dure matrassen soms slechter dan goedkope. Verende lattenbodems zijn onzin, leveranciers zijn niet eenduidig in het aangeven van hardheden en verkopers verkopen vaak totale onzin. De test van de Duitse Consumentenbond is vernietigend voor producenten en vakhandel.
De Stiftung Warentest, vergelijkbaar met de Nederlandse Consumentenbond, testte 13 koudschuimmatrassen (alle 90 x 200 cm) in de wat duurdere prijsklasse (van 600 tot 1400 euro) en is daar niet bijzonder over te spreken. Het best uit de test komt de Swissflex Versa 20 (vanaf 860 euro), gevolgd door de Supra-Comfort Allergie Allnatura (640 euro). De duurste uit de test is de Technogel Piacere (1390 euro) en deze krijgt het predicaat bevredigend.
Vernietigend oordeel
Samen met de jongste uitkomsten heeft de Stiftung Warentest de resultaten van een paar jaar matrassen testen (totaal 214 stuks) op een rijtje gezet en komt in de septemberuitgave van het blad ‘Test’ met een vernietigend oordeel over matrassenmakers en -verkopers. Een dure matras is niet perse een goede matras, zo meldt de Stiftung Warentest. Soms geldt zelfs het tegendeel en blijken goedkope matrassen beter te zijn. Fabrikanten zijn volgens de testers niet duidelijk in het aangeven van hardheden. Matrassen met vijf of zeven zones zijn vrij onzinnig; het heeft nauwelijks effect en bij bijvoorbeeld heel grote mensen kan het zelfs nadelig uitpakken.
Verende lattenbodem flauwekul
Over de lattenbodem, in Duitsland de meest gebruikte bedbodem, is de Stiftung Warentest expliciet, vooral wanneer het om een verende variant gaat. Deze heeft nauwelijks of geen effect en soms zelfs een nadelig effect. Je kunt net zo goed zelf voor een paar tientjes een eigen lattenbodem in elkaar timmeren en op de site wordt via een filmpje een handleiding hiervoor gegeven. Zelfs een bodem van spaanplaat is volgens de onderzoekers soms nog beter dan een lattenbodem als het gaat om ondersteuning.
Mythes doorprikken
Voor de test zijn een aantal winkels bezocht en redacteuren van het testblad prikken een paar veelgehoorde mythes door. Hoe dikker de matras hoe beter, is flauwekul, concluderen zij. Ook het veelgehoorde argument dat de bodem tegelijkertijd met de matras moet worden vervangen, wordt terzijde geschoven. Een lattenbodem slijt volgens de onderzoekers nauwelijks en mocht dat zo zijn dan kun je latten aan hoofd- of voeteneinde gebruiken als vervanger voor de zwaarder belaste exemplaren in het midden. Andere mythes volgens de testers: Gel is gewoon een soort koudschuim en heeft geen meerwaarde, een onderdeken of matrasbeschermer leidt tot verminderde ventilatie en is daarom af te raden en een matras kan een rug ondersteunen maar niet 'gezond maken'.
Duur is vaak minder goed
Goedkope matrassen kunnen goed zijn, maar daarvoor heb je meer kans in de prijsklasse van 200 tot 500 euro. In de prijsklasse daarboven neemt het aandeel matrassen die het predicaat ‘goed’ krijgen af, zo blijkt uit de tests. De onderzoekers vermoeden dat er prijsafspraken worden gemaakt door fabrikanten en vinden het vreemd dat bepaalde matrassen in de winkel en op internet even duur zijn. Daarbij wordt gewezen op boetes die zijn uitgedeeld in verband met prijsafspraken.
Tips
De Stiftung Warentest noemt de verhalen van matrasfabrikanten en -verkopers sprookjes en is opvallend hard in haar oordelen en geeft tips voor aanschaf van een matras. Consumenten hebben volgens de organisatie in feite slechts een enkele mogelijkheid om te achterhalen wat wel en wat niet waar is; ga af op de resultaten van de Stiftung Warentest.