Eergisteren maakte het CBS bekend dat de detailhandel vorig jaar 4,2% meer omzet boekte dan in 2016. Het is de hoogste groei in 11 jaar, maar nog wel een half procentje lager dan in 2008. Het CBS gaf ook cijfers over diverse branches in de detailhandel, over de stijging van de online detailhandel en nog veel meer. Ook branchevereniging INretail kwam begin deze week met een hoop cijfers en daarbij passende positieve bewoordingen.
INretail publiceert regelmatig cijfers over de woonbranche, gebaseerd op de Woonwinkelmonitor. Daarin zitten de verzamelde cijfers van leden (winkeliers) die meedoen aan een permanent lopend onderzoek waarbij zij zelf de gegevens aanleveren. Met die gegevens kunnen ondernemers vergelijken hoe zij presteren ten opzichte van anderen.
Blijkbaar vinden niet alle INretail leden die cijfers betrouwbaar, zo liet directeur Jan Meerman vorige week weten in zijn wekelijkse column op de INretailsite. Zij zeggen zich niet te 'herkennen in de cijfers' en vinden de cijfers vaak te rooskleurig. Eerder dit jaar betichtte Meerman banken van het geven van te optimistische cijfers over de groei van de retail en kwam hij tot de conclusie dat het altijd om gemiddelden gaat. En die gemiddelden vertekenen de individuele gevallen. Heel goed of juist heel slecht presterende ondernemers zullen daarom vraagtekens plaatsen bij die cijfers.
Zelf moet hij ook bekennen dat INretail van alles op een hoop gooit om tot gemiddelde eindcijfers te komen. Een hutspot van ketens, kleine winkels, grote zaken en online winkels wordt zo een eenheidsworst.
Daar hebben beursorganisaties geen last van. Zij geven na afloop van hun beurs gewoon absolute cijfers over aantallen bezoekers. Die stroken lang niet altijd met het gevoel van ervaren exposanten. Of ze zijn ronduit misleidend. De meubelbeurs IMM in Keulen liet onlangs - al voordat de beurs was afgelopen – juichend weten dat er 'ongeveer 125.000 bezoekers' waren geweest. Daarbij werd niet vermeld dat de het consumentebezoek van de laatste twee dagen werd meegeteld. Op de vraag hoeveel vakbezoekers er kwamen kreeg ik daags na afloop geen antwoord. 'Het definitieve rapport is er nog niet klaar', daar moest ik het even mee doen. We zijn nu twee weken verder en ik heb nog niks gehoord. Dus dat getal 125.000 blijft staan
Webshops (vooral die hele grote) maken er helemaal een potje van. Alle omzet wordt opgeteld en retouren (vaak zeer hoog) worden niet afgetrokken. Een platform zoals Wehkamp of Bol.com verkoopt ook spullen van anderen, maar tellen die omzet bij zichzelf op. Winstcijfers zijn er niet omdat er vaak alleen verlies wordt gemaakt. En die cijfers worden vaak weggemoffeld of totaal verzwegen.
Zoals veel online spelers zich extreem fixeren op stijgende omzetcijfers, zeggen al die cijfers van het CBS, IIretail of welke organisatie dan ook vaak helemaal niet zoveel als zij suggereren. Bovendien: wat zeggen stijgende omzetten als tegelijkertijd de marges worden gedrukt? Winstcijfers, daar gaat het om.
Wat dat betreft is het CBS in een kort filmpje over het vermogen van Nederlanders duidelijk. Dat vermogen is sterk gerelateerd aan de huizenprijzen. 'Begin 2016 was het doorsnee vermogen van de Nederlander 22.000 euro. Tien procent meer dan in 2015. Dat klinkt als een forse stijging. Maar het is nog 20.000 euro onder het niveau van 2008.'
Duidelijke cijfers. Verteld in 14 seconden.
Aribert Guiking