Yataz nieuws & blog


Zoek naar artikelen:

 

Nederlandse woonwebshops willen winst maken (maar consumenten denken daar anders over)

Woonwebwinkel Fonq denkt dit jaar break-even te draaien en voorziet in de zeer nabije toekomst zelfs winst te kunnen maken. Dat zou voor het eerst zijn sinds de oprichting in 2005. Om dit te bereiken heeft het woonwarenhuis besloten om niet meer volledig te gaan voor absolute groei; er mag groei zijn, maar winst is belangrijker. Ook is afstand genomen van een aantal productcategorieën en is de ambitie uitgesproken om in Nederland leider te worden in de categorie 'home & living'.

Een soortgelijke strategie bewandelt het veel grotere en breder georiënteerde Wehkamp. Wehkamp zag in 2018 de omzet met 10% teruglopen – zeer uitzonderlijk voor zo'n grote online speler – zegt ook niet meer koste wat kost te willen groeien en wil 'lokaal' een stevige positie hebben wat impliceert: sterk in Nederland. Ook bij Wehkamp zal er meer aandacht komen voor de categorie 'living'.

Flinders en het Britse Made.com zijn specialisten die zich volledig richten op dezelfde productcategorie. Made.com zit nog steeds in de rode cijfers en Flinders zegt winst te boeken, maar is met zijn omzet van twintig miljoen euro een klein klein kleutertje als je het vergelijkt met bijvoorbeeld Duitse specialisten als Westwing en Home24. Met die laatste twee gaat het qua omzet goed, maar sinds beide bedrijven vorig jaar een beursnotering kregen is de koers alleen maar gedaald.

Dit wetende is het eigenlijk vreemd dat Fonq en Wehkamp denken dat er wat te verdienen valt met de verkoop van meubelen, bedden en andere woonartikelen. Als je bijvoorbeeld kijkt naar het woonassortiment van Wehkamp, dat fungeert als platform waar ook andere partijen hun spullen kunnen verkopen dan is het een armzalige bedoening met vooral eigen merken en slechts een handjevol externe aanbieders. Is dat koudwatervrees van de laatsten of moeten externe partijen nog ontdekken dat zoiets bij Wehkamp mogelijk is?

Dat laatste lijkt mij van niet en ik vraag mij af hoe Wehkamp zich voor andere partijen aantrekkelijk gaat maken. Feit is wel dat internationaal het 'woonsegment' nog lang niet zo sterk online is ontwikkeld als bijvoorbeeld bij fashion en consumentenelektronica. Daar zou dus groei kunnen zitten en de gedachtes van Wehkamp en Fonq zijn op grond hiervan verklaarbaar.

Beide bedrijven doen hun best om hun aanbod aantrekkelijk te presenteren en maken gebruik van augmented -reality (AR) waarmee je bijvoorbeeld meubels digitaal in ruimtes kunt plaatsen en zo tamelijk realistisch kunt zien hoe die mooie driezitter in de woonkamer past. Of niet. Fonq heeft zelfs een knop 'Inspiratie'. Veel zit er niet achter, maar het is iets. Westwing doet het best aardig met mooie plaatjes en totaalbeelden van interieurs met pins waarop je kunt klikken waardoor informatie over bijvoorbeeld die ene lamp, bank of kast verschijnt.

Als je dit in ogenschouw neemt, is het des te onbegrijpelijker dat Amazon zo groot is. Wie kijkt op de Engelse of Duitse site (met doorlink naar Nederlandstalige site) en klikt op woonproducten ziet een samengeraapt zooitje van veelal afgrijselijke meubelen die slecht zijn gefotografeerd en waar iedere samenhang, laat staan sfeer, ontbreekt. Dat Amerikanen geen smaak hebben wat betreft hun interieurinrichting weten wij allemaal, maar waarom zou je als Duitser (of Nederlander) gaan shoppen op zo'n rommelige baggersite als Amazon? Nou, dat doen dus miljoenen Duitsers en Amazon is een Grote Speler op de Duitse retailmarkt, in heel veel categorieën.

Alle extra's als fraaie interieurs, mooie meubelen, interessante achtergrondinformatie en 3D beelden ten spijt, denk ik dat de meeste consumenten gewoon kiezen voor het platte plaatje. En vooral voor de platte poen. Daarin is Amazon onverslaanbaar.

Aribert Guiking

<< Ga terug naar de vorige pagina

© 2024 YATAZ
Platform voor professionals in de woonbranche
MILNED Internetdiensten