Accountantskantoor Deloitte wil met ruim 70 miljoen euro rechtszaken afkopen in verband met het boekhoudschandaal rond Steinhoff. Tegelijkertijd weigert Deloitte schuld te bekennen in de affaire.
Eind 2017 kwamen 'boekhoudkundige onvolkomenheden' naar boven bij het beursgenoteerde Steinhoff International. Vrijwel direct raakte de koers in vrije val en bleek uit onderzoek dat er geknoeid was met de cijfers. Langzamerhand groeide de affaire uit tot een enorm schandaal en dat trof ook huisaccountant Deloitte. Na vele rechtszaken en met nog meerdere te gaan komt het kantoor nu met een voorstel tot schikking om langdurige en kostbare rechtszaken te voorkomen. Volgens Deloitte is de schikking 'op geen enkele wijze een erkenning van enige aansprakelijkheid voor de verliezen die Steinhoff en haar stakeholders hebben geleden.'
Beurswaarde verdampt
Steinhoff is gevestigd in Zuid-Afrika en heeft een beursnotering in Johannesburg en in Frankfurt. Statutair is het bedrijf echter gevestigd in Amsterdam en in 2017 werd het bedrijf extern gecontroleerd door Deloitte. Vandaar dat in zowel Zuid-Afrika, Duitsland als Nederland rechtszaken liepen en nog steeds lopen. Door de boekhoudfraude kelderde de koers enorm (deze is nog steeds laag), leden aandeelhouders miljardenverliezen en daarvoor wordt Deloitte medeverantwoordelijk gehouden. Het accountants- en advieskantoor wil nu in ruil voor 'bepaalde vrijwaringen' van claims en procedures 70,3 miljoen euro betalen aan gedupeerde aandeelhouders.
Wel schikking, geen aansprakelijkheid
Deloitte wil het bedrag betalen als Steinhoff definitief een akkoord heeft bereikt met zijn belangrijkste schuldeisers. Het accountantskantoor ziet de voorgestelde schikking niet als een schuldbekentenis voor het financiële drama en wijst het iedere vorm van aansprakelijkheid af. Het bedrijf stelt zelf in 2017 de fraude te hebben ontdekt, ook al kwam er daarna stevige kritiek op hun controlewerk.
Forse reorganisaties
Steinhoff is sterk in de retail, met name gericht op meubelen en andere interieurproducten. Mede daarom wordt het vaak geafficheerd als 'de grootste mebelretailer na Ikea, maar dat is waarschijnlijk nu niet meer het geval. Om te overleven verkocht Steinhoff de laatste jaren onder meer de retailketens Poco en Kika/Leiner en meubelproducent Steinpol. Ook werd de helft van de aandelen in Mattress Firm, de grootste beddenketen in de Verenigde Staten, van de hand gedaan.